woensdag 13 oktober 2010

Een waterput droom


Dat moet je allemaal meemaken met vermoeide kinderen, de hele dag bezig geweest met van alles en nu dit allemaal. Nu moeten wij door alle die controles heen naar de wachthal, wachten op het vliegtuig. Allereerst langst de balie “santé”, hier wordt verrassend genoeg gevraagd om de inentingsboekjes. Gemakkelijk, die zit in mijn trolley, ik haal de boekjes eruit, het blijken alleen die van mijn vrouw en kinderen te zijn. “Non, le votre”, ik begin weer te graaien in mijn trolley en nadat mijn vrouw ongeduldig had geroepen “mon Marie il a un bon santé”, lieten zij ons gemoedelijk door. Om twee uur s’ nachts waren wij vertrokken van Niamey naar Tripoli, om half zes s’ morgens zijn wij in Tripoli geland. Nu moeten wij vijf uur in Tripoli wachten voor de volgende vlucht naar Dusseldorf.
Om half twee s’ middags zijn wij in Dusseldorf geland, daar wacht mijn zwager met de auto op ons. Hij heeft ons opgehaald en is toen doorgereden naar de camping Sanlanaco waar hij samen met zijn vrouw woont en ook de verantwoordelijkheid voor draagt. Daar hebben wij wat gedronken en de kinderen hebben een ijsje gegeten (buiten -5 C), daarna zijn wij naar huis gereden. Ik was zo moe dat ik om vijf uur naar bed ben gegaan.
Het was weer een avontuurlijke reis, maar dit is altijd, als ik naar Niger ga gebeuren dingen die ik bijna niet durf te vertellen omdat ik denk dat de mensen mij niet willen geloven. Ik maak dingen mee in mijn reizen die heel bijzonder zijn en ontroerend.
Ik ben al een tijdje bezig met geld inzamelen voor een waterput in Niger, en ik werd in mijn hotel in Niamey gebeld door een kennis van mij in Nederland of ik iets voor hem mee kunnen meenemen. Ik zei “ja”, maar ik wist niet wat, toen zei hij “ik geef jouw telefoonnummer aan mijn familielid in Niamey hij zal contact met je opnemen”, ik zei “is goed”.
Inderdaad die man heeft mij gebeld en zei “ja, ik ben familie van You, die in Nederland woont ik zou iets meegeven wat je voor hem meeneemt”. Ik zei “ja dat klopt You had mij het verteld”. “Ja”, zei hij “ik kom om zes uur bij je bij het hotel”, ik zei “oké geen probleem”.
Wij waren bij een leuk restaurant gaan eten, toen wij klaar waren met eten zijn wij met een taxi naar het hotel teruggegaan. Toen ik uit de taxi stapte zag ik meteen een man in militaire kleding op een stoel voor het hotel zitten, dat was die man die mij gebeld had. Ik loop naar hem toe, en gaf hem een hand en zei “ik ben Abakoula”, ja zei hij “ik ben Mounkayla”, “ik ben familie van You”. “Oh, ja” zei ik “kom wij gaan binnen zitten”.
Ik heb wat te drinken besteld, en we hebben wat gepraat. Toen zei hij “ik heb wat geld dat je zou meenemen naar Nederland voor You”, ja zei ik “hoeveel?”. Hij zei, “wacht even, ik ga het halen”, hij ging om de hoek en nog geen minuut later komt hij terug en haalt hij een pak geld uit zijn zak, “even tellen” zei hij.
Allemaal briefjes van vijftig, honderd en vijfhonderd euro’s, “het is achtduizend en negenhonderd euro” zei ik, “dat klopt” zei hij, ik was even stil, “zoveel geld” zei ik, “waarom doe je het niet via de bank of GWK?”, zei ik. “Dat gaat niet via GWK en via de bank gaat het te lang duren voor dat het in Nederland aankomt” zei hij.
Ik weet niet wat ik moet denken, mijn vrouw zit naast mij, ik gaf haar het geld en ik zei “doe je het in jouw tas even voor mij”, zij kijkt mij zo aan alsof zij ging zeggen ‘ik draai jouw nek om, wat doe je mij nu aan?’, zo veel geld heb ik nooit in mijn leven in mijn handen gehad. Ik heb gelijk een papier en een pen gepakt en aan Faycal gegeven en heb gezegd “maak mij een brief, jij bent de getuige”, Mounkayla zei, “het geld is echt legaal, je hoeft niet bang te zijn als er iets gebeurd.
Ja, eh, ik ga echt niet moeilijk doen als ik tegengehouden word, ik geef het geld af en dan moet You maar zien hoe hij het geld terugkrijgt, maar daar zit ik echt niet mee, waar ik mee zit is dat ik in een omgekeerde wereld zit. Ik ben nu drie jaar bezig met geld in te zamelen in Nederland voor een waterput in Niger, nu moet ik zo veel geld vanuit Niger meenemen voor iemand in Nederland, dat is onbegrijpelijk toch?
Zulk een situatie is mij eerder deze dag ook gebeurd toen mijn dochter, Housseini en ik naar de nieuwe brug gingen kijken werden wij bijna door een Hummer overreden, ik wist niet wat ik zag, een Hummer in Niger, wat moet iemand met zo een Auto hier in Niger? Het land, waar bij elk stoplicht talloze bedelaars je belagen en je gelukkig bent als je een slokje water kan krijgen hier, en zie je iemand in zo een auto rijden, dan valt je niets meer in.
Ik begrijp het gewoon niet meer, ik leef in een omgekeerde wereld, dat is niet een normale wereld meer, dit is een wereld waar de ene probeert te overleven en de andere zwemt in de luxe. De wereld waar de ene zo veel heeft en de andere helemaal niets, de wereld waar verschil tussen arm en rijk zo groot is, maar wat kan een geitenhoeder doen in dit grote verschil? Niets, alleen maar blijven hopen dat een dag zal komen, waar alles gelijk wordt verdeeld tussen alle mensen, zodat het verschil tussen arm en rijk in de wereld verdwijnt.
Gelukkig, toen ik thuis was in Nederland heb ik mijn mailbox geopend en vond ik talloze reacties van mensen die hetzelfde denken als ik. Ik heb sommige berichten met tranen in mijn ogen gelezen, berichten van mensen die ik helemaal niet ken, maar die mijn idee heel goed vinden, en mij steunen. Het was voor mij een troost, dat dit mij een gevoel geeft, dat ik niet alleen ben op deze aarde met een zwak hart voor diegenen die minder hebben.
Elke reis die ik meemaakt naar Niger kost mij handenvol geld, niet alleen mijn ticket en mijn verblijf in Niger kost mij geld. Ook zoals deze keer moest ik voor twaalf gezinnen een voedselbank openen.
Ik ben niet alleen met stichting AMAN-IMAN bezig, maar ook met mijn familie en vrienden, vanwege de mislukte oogst dit jaar dreigt een hongersnood in Niger. Ik heb uit mijn eigen zak zeventien honderd euro over moeten maken voor een voedselbank voor deze mensen. Het is niet zoveel geld, maar ik verdien ook niet zo’n vetpot. Al ons spaargeld ging op met deze reis naar Niger. Maar ja, als deze twaalf gezinnen met 1700,= euro tien maanden tot een jaar genoeg voedsel hebben dan is het niet veel ten opzichte van wat wij per jaar uit geven. Maar ik moet wel extra hard werken om dit te kunnen doen.
Het lijkt alsof ik aan het klagen ben, maar het is niet zo, ik ben echt een gelukkig mens, dat ik de mogelijkheid heb om hetgene wat ik doe, te doen, het maakt mij gelukkig. Het geeft mij gewoon een heerlijk gevoel, en ik heb de volledig steun van mijn vrouw, want zonder haar steun had ik dit allemaal niet kunnen doen. Mijn vrouw is een uit duizenden, een gewoon Nederlandse vrouw, die het soms met wat minder moet doen, maar zij doet het, zomaar voor mij en voor de mensen daar in Niger.

Geen opmerkingen: