woensdag 13 oktober 2010

S' Morgens vroeg


Het is altijd spannend als wij naar Niger gaan, Woensdag 16 december 2009 om kwart voor zeven ging de bel, dat was Jo een vriend die ons naar het vliegveld Dusseldorf zou brengen. Toen wij de koffers begonnen in te laden, zei hij dat ik nog een plaats moest vrijhouden , want de vriend van zijn dochter ging ook mee, “maar ze kunnen in de kofferbak zitten”, ik kijk hem aan maar ik dacht wel dat het een grap moest zijn, maar niets is minder waar, hij meent het.
Wij hebben negen koffers vol, met vanalles wat men kan gebruiken: kleding, schoenen, handdoeken, noem maar op, en ieder van ons heeft zijn eigen trolly, vol met van alles erin, ik heb zelfs naast mijn trolly, een laptoptas, ja! ja! Laptop je hoort het goed een geitenhoeder met een laptop, en nog een camera-tas.
Wij hebben alles ingeladen en de kinderen waren klaar dus wij kunnen vertrekken richting Landgraaf, waar de dochter van Jo en haar vriend klaar staan om in de kofferbak te kruipen.
Toen wij daar aankwamen, haalde Jo een zwart doek en een rol plakband uit en riep hij “houd even vast Aba” , ik moest het doek met plakband aan de binnenkant van de achterruit vastplakken zodat niemand kan zien wat er in de kofferbak zit.
Jo’s dochter en haar vriend gingen achter in zitten en de klep ging dicht, “rijden maar” zei Jo tegen mij. “De TOM TOM staat goed ingesteld” zei Jo “als het goed is, rijdt je tot aan de deur” zei hij nog eens, maar vanaf toen begonnen de problemen al, want ik moest binnendoor rijden, God weet waar we zaten, het leek wel klein Zwitserland. Toen we even stopten om de TOM TOM te controleren bleken we op een stopplaats voor gehandicapten te staan, één ervan deed verwoede pogingen om in het busje te stappen, pas toen mijn vrouw hem in het Duits uitlegde dat het een privé busje was, staakte hij zijn poging om in te stappen. Daarna ergens onverwachts,kom ik toch de autobaan tegen richting Dusseldorf. Mijn vrouw die naast mij zit en de kinderen achter in, hadden vanwege hun angst te laat te komen bijna niets gezegd onderweg.
Je kent het wel, ik moest die stomme TOM TOM volgen, ik ken de wegen niet en daar waren overal werkzaamheden ieder kant die de TOM TOM mij uitstuurde, mag ik niet in, dus ik moest iedere keer om keren of wordt ik naar een andere kant gestuurd. Ik heb stress en heb mensen in de kofferbak wat verboden is, en ik moest op tijd in Dusseldorf zijn.
Op een gegeven moment ben ik gewoon blind gaan rijden, dat ding ging zelf de juiste weg zoeken en ik maar door die dorpen, dorp in dorp uit, totdat ik de weg tegenkwam richting Dusseldorf, Ik heb het hem toch onderweg wat geknepen, want ik was bang dat iets geks zou gebeuren, dan hang ik met mijn busje vol met koffers en twee mensen in de kofferbak wat helemaal verboden is.
Om twee minuten voor negen zijn wij in Düsseldorf aangekomen en het was ruim op tijd gelukkig maar, wij hebben alles snel moeten uitladen, en Jo’s dochter en haar vriend de sleutels van het busje overhandigd en uitgezwaaid, nu zoeken met alle die bagage naar de balie van Afriqiyah.
Na het inchecken kan ik pas ademhalen. Want ik was bang dat wij te veel bagage hebben, maar aangezien dat wij voor vijf man tickets betaald hebben, valt het aantal kilo’s, die wij hebben mee,wij hebben ingecheckt, nu wachten op het vliegtuig. Het was maar 2 uur vertraging.
Om half vijf landen wij in Tripoli, om 20.00 uur zou het volgende vliegtuig vertrekken, om half twee ’s nachts hebben wij de volgende vlucht, slechts 5 en een half uur vertraging. Wat eigenlijk nog een geluk is geweest, want het zag ernaar uit dat wij zouden moeten overnachten op vliegveld Tripoli, en geloof me dat is geen lolletje. Om half vijf ‘s morgens zijn wij in Niamey geland, daar wacht Faycal op ons met de auto, na alle contrôles, hebben wij alle bagage ingeladen en naar onze logeerhuis gereden, waar wij paar dagen verblijven voor dat wij verder reizen naar Tahoua 700 km verder.
17 december 2009 om negen uur ’s morgens worden we in paniek gewekt door huilend kinderen, want er waren veel muggen in hun klamboe, met wat knuffelen en sussen zijn ze tot rust gekomen, om 12 uur ben ik samen met Lamin en onze bewaker Housseini naar de winkel gegaan om wat spullen voor het huis schoon te maken, want het huis was helemaal onder het stof.
Om half twee zijn wij even de stad in gegaan om wat te eten, want wij hebben helemaal niets in het huis behalve stof, bewaker Housseini ging het huis helemaal schoon maken, toen wij terug waren uit de stad was alles schoon.

Zand tussen je tanden



18 december 2009 heb ik een afspraak met de Minister van Binnenlandse Zaken dhr Abouba Albade, om half elf belde hij mij op om te zeggen, dat hij om elf of twaalf uur naar ons komt. Ik in paniek natuurlijk, de Minister die naar ons toe komt en ik heb helemaal niets in huis, hoe moet ik straks die man ontvangen? Ik heb liever dat ik naar hèm toe ga dan dat hij naar ons komt.
Ik heb tegen mijn vrouw gezegd dat de minister naar ons komt, ik heb alles snel wat opgeruimd, mijn vrouw die ging zich snel opmaken voordat de minister kwam. Want je probeert toch wat netter te zijn voor zo een man.
Om half twaalf ging de telefoon, ja de minister komt er zo aan, op dat moment was Faycal ook op bezoek bij ons, die zei “ik ga, ik bel je straks”, ik zei, “wacht je niet tot dat de minister er is?” “Nee”, zei hij “het is beter dat ik jullie alleen laat met dat soort zaken kun je beter alleen met hem zijn, daarom komt hij ook naar jouw.”
Om twaalf uur wordt er geklopt aan de poort, want wij hebben geen bel. De bewaker deed open, ik stond op om de man te verwelkomen, tot mijn verbazing stond iemand anders aan de deur dan de Minister. Ik een de hand gegeven natuurlijk en hem naar binnengeleid, mijn vrouw komt ook een hand geven, ze dacht dat het de Minister was natuurlijk, want zij kent hem niet.
Hij ging even zitten en vertelde, dat hij door de Minister is gestuurd om ons te verwelkomen, want de Minister zelf is verhinderd. Door de een of ander redenen kan hij niet komen, maar wij hoeven ons geen zorgen te maken, wij kunnen een vervolgafspraak maken.
Wij hebben wat gepraat en hij moest snel weg, want het vrijdaggebed begon zo. Ik heb hem tot aan de poort geleid en hij zou mij bellen voor een vervolg afspraak. Hij was een hele rustige en aardige man, maar ik blijf het vreemd vinden, maar ja, het zij zo, dat soort mensen hebben ook een druk leven.
Om half twee ben ik samen met mijn vrouw en de kinderen naar de stad gegaan om ons favoriet restaurant te bezoeken. Toen wij daar aankwamen zat er nog een blanke vrouw wat te drinken. Wij hebben wat te drinken besteld, jammer genoeg heeft ons restaurant een andere eigenaar. Wij hebben te lang op eten moeten wachten, de kinderen beginnen zich te vervelen en worden geplaagd door vliegen en op zo een warme dag is dit voor de kinderen niet leuk.
Zaterdag 19 december 2009 om elf uur ’s morgens heb ik een afspraak bij het Ministerie, om half elf stond Faycal bij mij voor de deur met zijn motor (Yamaha), ik ben bij hem achterop naar het Ministerie gereden. Tien voor elf waren wij bij het kantoor van de secretaris van de Minister. Het hele binnenhof lag open, er werd gewerkt aan de waterleiding die kapot was.
Bij het binnenkomen, stond een hele stevige donkere meneer aan de deur, hij deed open en vroeg “wat kan ik voor jullie doen?”, Faycal antwoordde “wij hebben een afspraak om elf uur”, hij kijkt somber op zijn horloge en zei “gaat u maar zitten”.
Even later komt hij terug en riep hij, “jullie kunnen verder naar binnen gaan”, toen wij binnen waren, zag ik iemand achter een bureau met een berg papieren zitten. Ik zag meteen dat het iemand anders was dan degene die ik al kende. Even wat handen geschud en hij zei meteen “ wij kennen elkaar niet, maar ik heb wel van je gehoord”.
Ik dacht dat wij alleen maar even kennismaking komen maken, maar hij zegt gewoon “wij gaan dadelijk kijken of minister tijd heeft voor jullie”, wij hebben wat gepraat over allerlei onderwerpen en over Nederland natuurlijk, want dat was interessant. Hij had het over de haven van Rotterdam daar worden heel veel goederen over de hele wereld verscheept.
Even later ging zijn telefoon over, voor de zoveelste keer. Na het telefoon gesprek zei hij “kom wij gaan naar de Minister. Wij zijn samen met hem daar naar toe gegaan. Bij aankomst bij de Minister net als gewoonlijk, ging hij stil staan met zijn voeten tegen elkaar en met zijn hand tot aan zijn voorhoofd en zegt hij saluut, ik denk, “au” moeten wij dat ook doen? maar het was niet nodig, híj hoort zijn baas op die manier te begroeten.
Wij hebben handen geschud en moesten even gaan zitten, wat herinneringen opgehaald. De Minister vroeg zelfs “hoe gaat het met je vrienden die je de vorige keer meegenomen had en het project?”, hij vroeg nog eens, “hoe is gegaan met de ingezamelde spullen?” Op dat moment was ik wel even in paniek, maar ik heb me proberen te beheersen.
Ik wist dat hij mij dat zou vragen, want ik heb hem zo vaak daar over gebeld toen Ruud in Algerije vast zat met vrachtwagens vol spullen. Ik heb het hem uitgelegd hoe de stand van zaken is. Hij zei ook tegen mij dat zo veel mensen bij hem geweest zijn, maar hij kan zich niet herinneren, dat Ruud bij hem is geweest.
De Minister zei tegen mij “ik heb je beloofd, dat ik jou met jouw project aan de president Mamadou Tandja zou voorstellen, maar de president heeft het op dit moment te druk, hij is elders in het land wegens verkiezingen, maar je bent toch voor familiebezoek? Als je terug komt vanuit Tahoua bel me dan even voor het maken van een nieuwe afspraak”.
Ja, ik heb het ook aan de telefoon gezegd, dat ik naar Niger kom alleen voor familiebezoek, niet voor het project, als het bezoek aan de president niet kan is ook geen probleem, maar hij zei “nee nee dat heb ik je beloofd en dat doe ik ook”.
Wij moeten gaan, want er staan andere mensen te wachten, die ook allerlei zaken komen bespreken.

Huttje bouwen


Zondag 20 December 2009, om tien uur ’s morgens heb ik een afspraak met een familie lid van mijn vriend Moussa Ag Kayna, weet je wel van groep Toumast die ik paar dagen te voren gebeld had in verband met dat ik een auto zocht, die mij en mijn gezin naar Tahoua kan brengen. Moussa heeft familie in Niamey wonen, hij weet waar ik een auto kan huren.
Abdoulatif, zou om tien uur bij mij zijn om onze bagage naar de Rinbo, het busvervoer in Niger, die onze bagage naar Tahoua zou brengen, maar om tien uur was hij er nog niet, dus ik hem gebeld om te vragen waar hij blijft. Hij zei, “ik dacht dat je mij eerst zou bellen om te zeggen hoe laat ik bij u moet zijn”.
“Ach ja, wij hebben toch een duidelijke afspraak om tien uur, maar ja kom je nu dan?” “Ja”, zei hij, “ik kom er zo aan”, En dat klopte ook, hij was snel bij ons. Wij hebben snel alles ingeladen en door gereden naar de Rinbo, even van tevoren heb ik met mijn vrouw overlegd hoeveel het vervoer van de bagage mag kosten. Bij Rinbo aangekomen, moesten wij door een poort binnen rijden, en toen komt een meneer naar ons die vroeg of iemand mee zou rijden met de bagage. Ik zei, “Nee, wij willen alleen de bagage mee sturen naar Tahoua”, eerst was hij met zijn hoofd aan het schudden, maar daarna zei hij oké.
Maar wat gaat het kosten? Hij zei 30 duizend CFA, ik zei,”nee, dat zijn maar zeven koffers en een zak met schoenen, ik geef u 18 duizend CFA”, “is goed”, zei hij, “nu moeten jullie de namen op de bagage schrijven en u krijgt een briefje als bewijs. Ik heb ook de naam van mijn oom Albachir en zijn telefoon nummer op gegeven.
Kom zei ik tegen Abdoulatif, breng je mij terug naar huis? Bij thuiskomst zei ik tegen hem “morgen om acht uur willen wij vertrekken naar Tahoua, ben je dan op tijd?” “Ja”, zei hij “is geen probleem”.
Maandag 21 december 2009 om tien voor half acht ’s morgens, belde Abdoulatif mij op en zei atuf Alumnak maak je kameel reeds klaar, ik zei “ wat is er?” Ja, zei hij, ik ben zo bij je om te vertrekken naar Tahoua. Ik zei oké, wij zijn zo klaar, vijf voor half acht stond hij al voor de deur.
Met behulp van Housseini hebben wij snel alles ingeladen, en kunnen wij vertrekken. Nu nog afscheid van Housseini nemen en uitzwaaien en wij zijn vertrokken. Onderweg zei Abdoulatif tegen mij “heb je wat geld voor mij om te tanken?”.
Ik zei, “ ik heb alleen euro’s, maar misschien kan ik bij de tankstation wat wisselen?”, toen wij bij het tankstation aankwamen, vroeg ik een van de mannen die daar werkte of ik hier euro’s kon wisselen. “ja zei hij, hoeveel wilt u wisselen? Ik zei vierhonderd euro.
Ik zei tegen Abdoulatif je kan tanken, nadat wij getankt hebben, zijn wij echt vertrokken richting Tahoua. Even voorbij het vliegveld buiten de stad Niamey zegt Abdoulatif, “kijk een open veld, een groot open veld, hier wordt een nieuwe vliegveld gebouwd”.
Even voorbij Doutchi brak de airco-V-snaar van de auto, dus wij moesten vanaf daar ongeveer 300 km zonder airco rijden. Abdoulatif was in paniek, omdat alles van de auto automatisch was, gingen alle electronische schakelaars uit.
Maar dat was niet gevaarlijk voor de motor van de auto, dus wij konden er gewoon zo mee rijden. Om half drie ’s middags zijn wij in Koni aangekomen, daar hebben wij wat gerust en gegeten en heeft de kok van Abdoulatif toeareg-thee gemaakt.
Elke reis die ik naar Niger meemaak, gebeuren bijzondere dingen, zoals dit keer, dat ik na een achtervolging van een politieagent erachter moet komen, dat wij door een burgemeester van Abala naar Tahoua gebracht worden.
Nl.tussen Dosso en Doutchi hebben wij twee auto’s en een motoragent langs de kant gepasseerd, die motoragent kwam achter ons aan vliegen, mijn vrouw zag hem naar ons zwaaien terwijl hij constant naast onze landcruiser opreed, toen riep zij; “wij worden achtervolgt door een politieagent, wij moeten stoppen”.
Abdoulatif ging even aan de zijkant staan, en ik hoorde de agent zeggen “Assalamu alaikum mere Abdoulatif”, “Alaikum assalam”, antwoord hij, en toen ging het ratatata in de lokale taal Haussa.
Ik hoor hun vertellen over de goede samenwerking in de stad Abala.
Even later haalde Abdoulatif een briefje van duizend CFA uit zijn zak en het verdween in de handen van de politieagent. Het werd tijd om afscheid te nemen nu kunnen wij doorrijden.
Even later zei Abdoulatif tegen mij zeg, “tegen je vrouw, dat het geld dat ik aan de politieagent gaf ,was gewoon zo maar, niet dat wij iets verkeerd deden of zo”, dat heb ik volgens mij niet vertaald aan mijn vrouw.
Toen haalde hij een document uit zijn zak en zei hij “kijk, ik ben de burgermeester van Abala” dat heb ik wel aan mijn vrouw vertaald, want ik was van verbazing helemaal weg, wat is dat weer, ik wordt door de burgermeester naar Tahoua gereden.
Om half drie waren wij in Koni aangekomen, een stad voor Tahoua waar ik vandaan kom, daar hebben wij wat gegeten en gedronken. Vanaf daar heb ik mijn oom gebeld om te zeggen dat wij er bijna waren.
Om zes uur s’ avonds zijn wij in Tahoua aangekomen. Mijn oom zei, dat wij voor het ziekenhuis van Tahoua moeten zijn, hij zou daar op ons wachten. Toen wij daar aankwamen, was hij er nog niet. Ik ben uitgestapt om te kijken waar hij is, toen zag mijn vrouw hem op een brommer aankomen. Ik ben weer ingestapt en achter hem aangereden naar het huisje waar wij twee dagen logeerden.

Geboren in een hut


23-December 2009 zijn wij door gegaan naar Inadougoum, het dorp waar mijn moeder woont. Daar zouden wij een week verblijven, om twee uur s’ middags zijn wij aangekomen in het dorp. Net als altijd toen de auto aankwam, kwam het hele dorp op ons af, incl mijn moeder natuurlijk, na een heel lange begroeting en na vele vragen mogen wij naar ons logeerhuisje.
Je denkt nu kan je even uitrusten na een lange reis, maar vergeet het maar, want je wordt door alle die mensen bedolven van nieuwsgierigheid en iedereen wil een blik van je ontvangen. Met die aandacht dag en nacht, ga je echt kapot aan.
Ik ging bijna ieder dag met de kinderen op een paard wandelen, dat vinden zij geweldig, ondanks alle die aandacht en drukte van alle die mensen, zijn wij toch acht dagen gebleven in het dorp. Nu moeten wij afscheid nemen van mijn familie, vrienden en dorpbewoners.
01-01-2010 om 24:00 uur een kus met smaak, het is twaalf uur zei mijn vrouw en ze gaf mij een kus en zei proficiat en gelukkig Nieuwjaar, want ik ben gelijk met Nieuwjaar jarig. De kinderen hebben ook een liedje voor mij gezongen, wij horen in de verte wat knallen van vuurwerk en dat in een land als Niger zou je het niet verwachten.
02-01-2010 om half drie s’ middags zaten wij in onze favoriete restaurant in Tahoua, toen hoorden wij sirene van een ziekenwagen keer op keer loeien. Wij vroegen ons af wat er aan de hand was, maar wie moet je vragen, want de mensen die in het restaurant waren zouden ook niet weten wat er aan de hand is.
Om half acht waren wij bij ons huisje, zei ik tegen mijn vrouw, “ik ga even bij mijn oom Albachir, ik ben zo terug”. Kort nadat ik bij mijn oom aangekomen kwam er nog een meneer die van de markt 100 km ten zuiden van Tahoua gekomen was. Hij vertelde dat daar zeven personen omgekomen zijn door overvallers of bandieten.
Toen zei ik “daarom hoorden wij vandaag de hele tijd ziekenwagen loeien”, “ja”, zei hij “er waren ook veel gewonden die naar dit ziekenhuis gebracht zijn, er zijn soldaten naar toe gestuurd er zijn ook soldaten omgekomen, maar hoeveel wist hij niet.
Toen ik terug thuis was, zei iemand tegen mij “er is twee keer iemand voor jouw hier geweest, dat was de overbuurman, die wat spullen te koop heeft.
Ik zei tegen mijn vrouw “ik ga naar de overbuurman, ga je mee?”, “nee”, zei ze want het was al laat in de avond iets over half tien, ik zei “dan ga ik even, ik ben zo terug”, daar aangekomen heb ik een paar spullen voor een vriend in Nederland, die mij wat geld gegeven had om voor hem een paar leren tasjes uit Niger mee te nemen, gekocht.
“Nu moet ik echt gaan”, zei ik tegen de overbuurman “want het is al laat”, toen ik thuis kwam, was het hele terras overvol met alleen maar mannen die TV aan het kijken waren, met een hoop kabaal. Mijn vrouw heeft ze eens streng aangekeken, toen waren ze voor 2 minuten rustig, maar die mannen waren nog lawaai aan het maken toen ik thuis was.
Ik zei tegen mijn vrouw “ik ga tegen hun zeggen dat zij wat rustiger moeten doen, en ik ga naar de WC, want onze WC ligt achter het huis, maar toen ik terug was van de WC ben ik bij die mannen blijven zitten, ook TV kijken.
Rond een uur of twaalf ben ik naar binnen gegaan, maar zij bleven TV kijken. Ik was moe, maar kon niet snel in slaap vallen, even later moest mijn vrouw ook naar de WC, toen ze terug kwam, zei ze er liggen veel mensen in de woonkamer te slapen, hoe kan dat en waarom? Maar ik kan op dat moment geen antwoord geven, want ik weet ook niet waarom die mensen in de woonkamer moesten slapen.
Maar ergens weet ik wel het antwoord, alleen, ik denk dat mijn vrouw het niet kan begrijpen, want dit is Afrika wat je hebt, is niet voor 100% voor jouw alleen. Dat huisje is in werkelijkheid van ons, maar iedereen kan hier komen slapen, want alle die mensen komen voor ons om ons te begroeten, ons te zien, als zij hier willen slapen kan het ook.
Ik denk dat dát de dingen zijn die Afrika qua materieel armer maakt en blijft dan in de westerse wereld, ik snap ook niet waarom ik een schuldgevoel heb, omdat wij hier een maaltijd benutten, die genoeg is voor een hele maand eten voor een gezin hier.
Maar ja, je moet ook niet eten zoals lokale mensen eten, anders worden je kinderen ziek of je zelf, Ik probeer ook, wat ik hier uitgeef aan onszelf, ook de mensen te laten verdienen, zoals gisteren een schoenenpoetser, die, toen ik mijn schoenen liet poetsen, hem vroeg “wat is jouw echte prijs”, hij zei 100 CFA en ik gaf hem 1000 CFA op deze manier probeer ik dat schuldgevoel weg te nemen.

Een lekkere woestijne cola


04-01-2010, vandaag gaan wij naar Niamey om twaalf uur zou de bus komen, maar het is later geworden dan wat gezegd is. Om kwart voor twee komt de bus er aan, bij het instappen was wat chaos, want in plaats van de namen van de mensen op te noemen ging iemand aan de deur staan, en iedereen die een kaartje had ging bij de deur staan.
Nu wil iedereen instappen, dat ging niet zonder moeilijkheden, met duwen en trekken zijn wij toch ingestapt, en vertrokken. Onderweg bij Badigichiri stopt de bus om nog mensen te laten instappen, hoewel er geen plaats in de bus was gingen een paar mensen staan, een van de medewerkers van het vervoerbedrijf komt langs iedereen om te kijken of er plaats is.
Hij leunt naar voor over een stoel voor ons, en vroeg of het meisje naast mij een vervoerbewijs bij zich heeft, ik zei nee, toen zei hij dat zij moest meekomen, ik zei, “waarom?” Hij zei, zij moest gewoon meekomen, ik zei tegen hem dat hij onmiddellijk uit mijn gezicht moest verdwijnen als hij niets te doen heeft, want dit is mijn dochter.
Hij zei “neemt u mij niet kwalijk, ik vraag het gewoon omdat wij plaatsen nodig hebben voor mensen die nu ingestapt zijn”. “Ik zei je toch, je hebt de lijst van alle mensen die betaald hebben of gereserveerd hebben”, toen is hij weggelopen.
Ik kan het gewoon niet hebben, dat de mensen hier de regels niet respecteren. Zij proppen gewoon mensen in de bus, terwijl het niet toegestaan is om mensen zonder zitplaatsen in de bus mee te nemen.
Om half negen s’ avonds zijn wij in Niamey aangekomen. Terwijl ik onze koffer en trolleys uit de bus nam, stond mijn vrouw en kinderen te wachten naast de bus, mijn vrouw krijgt natuurlijk veel aandacht van de lokale bevolking, constant wordt zij aangesproken “Madame, bon arriveé”, un taxi?”, Madame…
Wij werden gelijk door een kruier naar een in een rij wachtende taxi geloodst, alleen deze taxi stond geparkeerd in een rij taxi’s, die kort op elkaar geparkeerd stonden. Wij stapten in, de chauffeur stapt in de auto, start de motor en rijdt de auto achteruit om plaats te maken om tussen de rij uit te komen. Zoals gewoonlijk interesseert het niet dat hij in volle vaart tegen de achterste taxi aanrijdt, in zijn vaart schuift hij de taxi nog een paar centimeter verder achteruit. De andere taxichauffeur, wachtend op een vrachtje roept “kai”, en begon te lachen samen met onze chauffeur. Geen probleem, onze taxi kon nu zonder problemen vertrekken…Blikschade is normaal hier in Niger, als de motor het maar doet. Regelmatig vind je ook een taxi waarvan de voorruit een scheur heeft, de bekleding kapot is, geen binnenspiegel en/of zijspiegels, of zoals wij al eerder meegemaakt hebben, dat de achterbank door de vorige meerijder bevuild is geworden, een paar honderd vliegen bevat, die wij zodra wij gingen rijden met open raampjes naar buiten hebben verwezen.
Aangekomen in hotel Maourey, krijgen wij een kleine kamer toegewezen, die ik absoluut niet accepteer. Na bijna het hele hotel (het is maar klein) geïnspecteerd heb, kies ik een andere kamer. Met de belofte van de receptionist dat wij de volgende dag een grotere kamer zou krijgen, trekken wij hier in. Omdat wij nogal honger hadden, zo laat ’s avonds, verwees een medewerker van het hotel ons naar het dichtstbijzijnde “discorestaurant” aan de overkant. Lekker, je komt er binnen, maar je bent toch buiten, het is toch een soort terras met flikkerlichtjes. Er wordt gevraagd, “wilt u liggend eten of zittend?” Natuurlijk zittend, alhoewel, het ziet er lui uit om op een matras te kunnen eten. Nadat we de menukaart gezien hebben en gehoord dat niet alles te krijgen was vanaf de kaart, besloten we gezien de prijzen, maar gewoon een hamburger te nemen. Na een hele tijd wachten (want je hebt honger), kwam inderdaad een (oud) groot brood(je) met flink gekruid gehakt tussen. Voor de prijs niet te vergelijken met andere restaurants die goedkoper, een lekkerdere hamburger kunnen maken. Dit naar binnen gewerkt en snel weer naar onze kamer, waar deze eerste nacht in het hotel voor mijn vrouw en ik een beetje ongemakkelijk te slapen was op een éénpersoons matras, de kinderen lagen prinsheerlijk op het tweepersoon bed.
Een kleine tip, ga naar een restaurant vóór je honger hebt, want in Niger duurt het lang voordat je eten klaar is, maar als je eten krijgt dan verwacht men dat je het binnen één minuut allemaal op hebt. Lang natafelen is er niet bij.
De volgende ochtend gingen wij lekker ontbijten in een echte lunchroom, met chocolade broodjes/omelet/croissants met koffie,thee,chocomel of jus d’orange. Met een volle maag zijn we toen op zoek gegaan naar het ons bekende weeshuis, die we ook na een kleine omweg, in de hitte, gevonden hebben. Het ligt in een steegje waar, als je hier naar binnen gaat een bord staat met de vermelding dat openbaar urineren een zware boete oplevert. Gezien de stank, trekken de mensen zich hier weinig van aan, een amoniak-lucht zwerft langs je neus, dan maar snel doorlopen… De madame van het weeshuis laat net een paar sponsors uit als wij aankomen, ze is oprecht blij ons te zien. De envelop met geld, die wij aan haar geven, verdwijnt zonder naar de inhoud te kijken tussen het kasboek in. Op de vraag van mijn vrouw of het weeshuis ook problemen heeft met de hoge kosten van voedsel komt er een ietwat bewonderende blik op het gezicht van deze vrouw, dit was een vraag die zij niet verwacht had. Zij vertelt ons, dat vanwege de voedseltekorten en hoge prijzen, de subsidie van de regering ingetrokken is en daardoor is zij blij met alle giften die zij binnen krijgt. Dit keer wordt dan ook het geld niet besteed aan schooluniformen maar aan voedsel.

Niger een vergeten land


06-01-2010 ons laatste dag in Niger, een dag waar wij veel willen doen met weinig tijd, haarvlechten, zwemmen, over de markt lopen, naar de nieuwe brug gaan kijken, bij de president op bezoek gaan. Dat zijn onze plannen voor vandaag. Terwijl mijn vrouw en kinderen in het hotel achterbleven bij een ervaren ‘haarvlechtster” ging ik met Housseini bij hem thuis kijken hoe het zat met de mega-lunch/diner, met een bedrag van ongeveer 40 euro had ik een maaltijd laten bereiden voor diverse straatkinderen. Housseini werd hard aangesproken door een vrouw uit de buurt, die tijdens haar tirade vroeg “Waarom zijn mijn kinderen niet uitgenodigd voor het eten”, waarna Housseini duidelijk aangaf dat het om kinderen ging, die geen familie hadden die voor hen zorgden. Uiteindelijk begreep ze het wel een beetje, alhoewel ze het duidelijk als een gemiste kans zag. Ik kocht voor haar kinderen zakjes melk en ze ging dankbaar haar eigen weg.
Een bezoek brengen aan de president was niet een succes, want na drie kwartier wachten bij de presidenteële woning, komt de secretaris ons vertellen dat de president nog niet wakker was want hij had een zware dag achter de rug, of wij tot negen uur kunnen wachten. Nee, zei ik, wij moeten om half tien naar het vliegveld om onze vlucht naar Nederland te halen. Oh, zei hij, gaan jullie vandaag?, ik dacht dat je de zevende zouden gaan, ja zei ik ons vliegtuig vertrekt om een uur s’ nachts dus wij moeten drie uur voor vertrek bij het vliegveld zijn.
“Oh wat jammer”, zei hij “de president weet van jouw komst en nu ga je weg zonder hem te zien”, ik zei “het kan niet anders, ik vind het ook jammer maar het zit er niet in om Mamadou Tandja te ontmoeten deze keer, maar wie weet volgende keer misschien”. De secretaris heeft ons naar het hotel gebracht, bij aankomst in het hotel, vroeg ik hem of hij even met ons wat wil drinken. Hij stemt ermee in om met ons iets te drinken. Wij gingen op het terras zitten en over de gebeurtenissen praten, hij vertelde mij dat de president onder vuur lag, want er is van alles aan de hand op dit moment in Niger.
De opposities eisen het aftreden van de president en hij wil niet aftreden omdat hij van mening is dat het volk hem herkozen heeft en de opposities geven hun aanhangers de opdrachten onrust in het hele land te zaaien totdat de president zou aftreden. Wij hebben wat gedronken, mijn vrouw is er ook bij komen zitten en een vriend van ons, Faycal. Even later heb ik gezegd “ik kan niet langer met jullie praten, want wij moeten alles snel inpakken de taxi komt ons zo ophalen.
De secretaris zei “ik kan jullie brengen”, ik zei “nee, dat hoeft niet ik heb al de taxi besteld” hij is toen weggegaan. Faycal is nog even gebleven totdat de taxi kwam, met behulp van de hotel medewerkers hebben wij alles snel ingeladen. Op het moment dat ik in de taxi wil instappen zag ik Housseini aankomen, “gaan jullie weg”, zei hij, “ja” zei ik, “waar was je?” vroeg ik. “Ja, ik kan niet zo snel een taxi naar hier vinden”, hij was het meisje die mijn dochtertjes de haren had ingevlochten, naar huis gaan brengen.
Wij zijn vertrokken naar het vliegveld. Daar aangekomen wordt je door veel handelaars belaagd die je van alles willen verkopen, zoals de ene waar wij onze CFA wisselden naar euro. Wij waren met hem bezig, toen wij Housseini uit de taxi zagen stappen, “oh ben je ons achterna gekomen?” Vroeg ik aan hem, “ja”, zei hij, “ik kom jullie uitzwaaien”.
Wij moeten nu binnen gaan inchecken, het is niet vlekkeloos gegaan, want wij hebben alles in één koffer gedaan die met de bagage meegaat, maar de koffer weegt 29 kilo en het moet 24 kilo zijn. Dus wij moeten 5 kilo uit de koffer halen, zo gezegd zo gedaan. Maar toen werd er gezegd, dat onze handbagage te groot was, wij hadden zo’n lokale tas wat zij noemen Gari yayezafi (de stad is mij te warm) als handbagage, een nylon tas met rits die kleiner is dan onze trolleys, maar dat mag niet, het is te groot!!! en daar zitten alleen maar de jassen van ons in, die we nodig hebben in Düsseldorf.

Een waterput droom


Dat moet je allemaal meemaken met vermoeide kinderen, de hele dag bezig geweest met van alles en nu dit allemaal. Nu moeten wij door alle die controles heen naar de wachthal, wachten op het vliegtuig. Allereerst langst de balie “santé”, hier wordt verrassend genoeg gevraagd om de inentingsboekjes. Gemakkelijk, die zit in mijn trolley, ik haal de boekjes eruit, het blijken alleen die van mijn vrouw en kinderen te zijn. “Non, le votre”, ik begin weer te graaien in mijn trolley en nadat mijn vrouw ongeduldig had geroepen “mon Marie il a un bon santé”, lieten zij ons gemoedelijk door. Om twee uur s’ nachts waren wij vertrokken van Niamey naar Tripoli, om half zes s’ morgens zijn wij in Tripoli geland. Nu moeten wij vijf uur in Tripoli wachten voor de volgende vlucht naar Dusseldorf.
Om half twee s’ middags zijn wij in Dusseldorf geland, daar wacht mijn zwager met de auto op ons. Hij heeft ons opgehaald en is toen doorgereden naar de camping Sanlanaco waar hij samen met zijn vrouw woont en ook de verantwoordelijkheid voor draagt. Daar hebben wij wat gedronken en de kinderen hebben een ijsje gegeten (buiten -5 C), daarna zijn wij naar huis gereden. Ik was zo moe dat ik om vijf uur naar bed ben gegaan.
Het was weer een avontuurlijke reis, maar dit is altijd, als ik naar Niger ga gebeuren dingen die ik bijna niet durf te vertellen omdat ik denk dat de mensen mij niet willen geloven. Ik maak dingen mee in mijn reizen die heel bijzonder zijn en ontroerend.
Ik ben al een tijdje bezig met geld inzamelen voor een waterput in Niger, en ik werd in mijn hotel in Niamey gebeld door een kennis van mij in Nederland of ik iets voor hem mee kunnen meenemen. Ik zei “ja”, maar ik wist niet wat, toen zei hij “ik geef jouw telefoonnummer aan mijn familielid in Niamey hij zal contact met je opnemen”, ik zei “is goed”.
Inderdaad die man heeft mij gebeld en zei “ja, ik ben familie van You, die in Nederland woont ik zou iets meegeven wat je voor hem meeneemt”. Ik zei “ja dat klopt You had mij het verteld”. “Ja”, zei hij “ik kom om zes uur bij je bij het hotel”, ik zei “oké geen probleem”.
Wij waren bij een leuk restaurant gaan eten, toen wij klaar waren met eten zijn wij met een taxi naar het hotel teruggegaan. Toen ik uit de taxi stapte zag ik meteen een man in militaire kleding op een stoel voor het hotel zitten, dat was die man die mij gebeld had. Ik loop naar hem toe, en gaf hem een hand en zei “ik ben Abakoula”, ja zei hij “ik ben Mounkayla”, “ik ben familie van You”. “Oh, ja” zei ik “kom wij gaan binnen zitten”.
Ik heb wat te drinken besteld, en we hebben wat gepraat. Toen zei hij “ik heb wat geld dat je zou meenemen naar Nederland voor You”, ja zei ik “hoeveel?”. Hij zei, “wacht even, ik ga het halen”, hij ging om de hoek en nog geen minuut later komt hij terug en haalt hij een pak geld uit zijn zak, “even tellen” zei hij.
Allemaal briefjes van vijftig, honderd en vijfhonderd euro’s, “het is achtduizend en negenhonderd euro” zei ik, “dat klopt” zei hij, ik was even stil, “zoveel geld” zei ik, “waarom doe je het niet via de bank of GWK?”, zei ik. “Dat gaat niet via GWK en via de bank gaat het te lang duren voor dat het in Nederland aankomt” zei hij.
Ik weet niet wat ik moet denken, mijn vrouw zit naast mij, ik gaf haar het geld en ik zei “doe je het in jouw tas even voor mij”, zij kijkt mij zo aan alsof zij ging zeggen ‘ik draai jouw nek om, wat doe je mij nu aan?’, zo veel geld heb ik nooit in mijn leven in mijn handen gehad. Ik heb gelijk een papier en een pen gepakt en aan Faycal gegeven en heb gezegd “maak mij een brief, jij bent de getuige”, Mounkayla zei, “het geld is echt legaal, je hoeft niet bang te zijn als er iets gebeurd.
Ja, eh, ik ga echt niet moeilijk doen als ik tegengehouden word, ik geef het geld af en dan moet You maar zien hoe hij het geld terugkrijgt, maar daar zit ik echt niet mee, waar ik mee zit is dat ik in een omgekeerde wereld zit. Ik ben nu drie jaar bezig met geld in te zamelen in Nederland voor een waterput in Niger, nu moet ik zo veel geld vanuit Niger meenemen voor iemand in Nederland, dat is onbegrijpelijk toch?
Zulk een situatie is mij eerder deze dag ook gebeurd toen mijn dochter, Housseini en ik naar de nieuwe brug gingen kijken werden wij bijna door een Hummer overreden, ik wist niet wat ik zag, een Hummer in Niger, wat moet iemand met zo een Auto hier in Niger? Het land, waar bij elk stoplicht talloze bedelaars je belagen en je gelukkig bent als je een slokje water kan krijgen hier, en zie je iemand in zo een auto rijden, dan valt je niets meer in.
Ik begrijp het gewoon niet meer, ik leef in een omgekeerde wereld, dat is niet een normale wereld meer, dit is een wereld waar de ene probeert te overleven en de andere zwemt in de luxe. De wereld waar de ene zo veel heeft en de andere helemaal niets, de wereld waar verschil tussen arm en rijk zo groot is, maar wat kan een geitenhoeder doen in dit grote verschil? Niets, alleen maar blijven hopen dat een dag zal komen, waar alles gelijk wordt verdeeld tussen alle mensen, zodat het verschil tussen arm en rijk in de wereld verdwijnt.
Gelukkig, toen ik thuis was in Nederland heb ik mijn mailbox geopend en vond ik talloze reacties van mensen die hetzelfde denken als ik. Ik heb sommige berichten met tranen in mijn ogen gelezen, berichten van mensen die ik helemaal niet ken, maar die mijn idee heel goed vinden, en mij steunen. Het was voor mij een troost, dat dit mij een gevoel geeft, dat ik niet alleen ben op deze aarde met een zwak hart voor diegenen die minder hebben.
Elke reis die ik meemaakt naar Niger kost mij handenvol geld, niet alleen mijn ticket en mijn verblijf in Niger kost mij geld. Ook zoals deze keer moest ik voor twaalf gezinnen een voedselbank openen.
Ik ben niet alleen met stichting AMAN-IMAN bezig, maar ook met mijn familie en vrienden, vanwege de mislukte oogst dit jaar dreigt een hongersnood in Niger. Ik heb uit mijn eigen zak zeventien honderd euro over moeten maken voor een voedselbank voor deze mensen. Het is niet zoveel geld, maar ik verdien ook niet zo’n vetpot. Al ons spaargeld ging op met deze reis naar Niger. Maar ja, als deze twaalf gezinnen met 1700,= euro tien maanden tot een jaar genoeg voedsel hebben dan is het niet veel ten opzichte van wat wij per jaar uit geven. Maar ik moet wel extra hard werken om dit te kunnen doen.
Het lijkt alsof ik aan het klagen ben, maar het is niet zo, ik ben echt een gelukkig mens, dat ik de mogelijkheid heb om hetgene wat ik doe, te doen, het maakt mij gelukkig. Het geeft mij gewoon een heerlijk gevoel, en ik heb de volledig steun van mijn vrouw, want zonder haar steun had ik dit allemaal niet kunnen doen. Mijn vrouw is een uit duizenden, een gewoon Nederlandse vrouw, die het soms met wat minder moet doen, maar zij doet het, zomaar voor mij en voor de mensen daar in Niger.