woensdag 13 oktober 2010

Zand tussen je tanden



18 december 2009 heb ik een afspraak met de Minister van Binnenlandse Zaken dhr Abouba Albade, om half elf belde hij mij op om te zeggen, dat hij om elf of twaalf uur naar ons komt. Ik in paniek natuurlijk, de Minister die naar ons toe komt en ik heb helemaal niets in huis, hoe moet ik straks die man ontvangen? Ik heb liever dat ik naar hèm toe ga dan dat hij naar ons komt.
Ik heb tegen mijn vrouw gezegd dat de minister naar ons komt, ik heb alles snel wat opgeruimd, mijn vrouw die ging zich snel opmaken voordat de minister kwam. Want je probeert toch wat netter te zijn voor zo een man.
Om half twaalf ging de telefoon, ja de minister komt er zo aan, op dat moment was Faycal ook op bezoek bij ons, die zei “ik ga, ik bel je straks”, ik zei, “wacht je niet tot dat de minister er is?” “Nee”, zei hij “het is beter dat ik jullie alleen laat met dat soort zaken kun je beter alleen met hem zijn, daarom komt hij ook naar jouw.”
Om twaalf uur wordt er geklopt aan de poort, want wij hebben geen bel. De bewaker deed open, ik stond op om de man te verwelkomen, tot mijn verbazing stond iemand anders aan de deur dan de Minister. Ik een de hand gegeven natuurlijk en hem naar binnengeleid, mijn vrouw komt ook een hand geven, ze dacht dat het de Minister was natuurlijk, want zij kent hem niet.
Hij ging even zitten en vertelde, dat hij door de Minister is gestuurd om ons te verwelkomen, want de Minister zelf is verhinderd. Door de een of ander redenen kan hij niet komen, maar wij hoeven ons geen zorgen te maken, wij kunnen een vervolgafspraak maken.
Wij hebben wat gepraat en hij moest snel weg, want het vrijdaggebed begon zo. Ik heb hem tot aan de poort geleid en hij zou mij bellen voor een vervolg afspraak. Hij was een hele rustige en aardige man, maar ik blijf het vreemd vinden, maar ja, het zij zo, dat soort mensen hebben ook een druk leven.
Om half twee ben ik samen met mijn vrouw en de kinderen naar de stad gegaan om ons favoriet restaurant te bezoeken. Toen wij daar aankwamen zat er nog een blanke vrouw wat te drinken. Wij hebben wat te drinken besteld, jammer genoeg heeft ons restaurant een andere eigenaar. Wij hebben te lang op eten moeten wachten, de kinderen beginnen zich te vervelen en worden geplaagd door vliegen en op zo een warme dag is dit voor de kinderen niet leuk.
Zaterdag 19 december 2009 om elf uur ’s morgens heb ik een afspraak bij het Ministerie, om half elf stond Faycal bij mij voor de deur met zijn motor (Yamaha), ik ben bij hem achterop naar het Ministerie gereden. Tien voor elf waren wij bij het kantoor van de secretaris van de Minister. Het hele binnenhof lag open, er werd gewerkt aan de waterleiding die kapot was.
Bij het binnenkomen, stond een hele stevige donkere meneer aan de deur, hij deed open en vroeg “wat kan ik voor jullie doen?”, Faycal antwoordde “wij hebben een afspraak om elf uur”, hij kijkt somber op zijn horloge en zei “gaat u maar zitten”.
Even later komt hij terug en riep hij, “jullie kunnen verder naar binnen gaan”, toen wij binnen waren, zag ik iemand achter een bureau met een berg papieren zitten. Ik zag meteen dat het iemand anders was dan degene die ik al kende. Even wat handen geschud en hij zei meteen “ wij kennen elkaar niet, maar ik heb wel van je gehoord”.
Ik dacht dat wij alleen maar even kennismaking komen maken, maar hij zegt gewoon “wij gaan dadelijk kijken of minister tijd heeft voor jullie”, wij hebben wat gepraat over allerlei onderwerpen en over Nederland natuurlijk, want dat was interessant. Hij had het over de haven van Rotterdam daar worden heel veel goederen over de hele wereld verscheept.
Even later ging zijn telefoon over, voor de zoveelste keer. Na het telefoon gesprek zei hij “kom wij gaan naar de Minister. Wij zijn samen met hem daar naar toe gegaan. Bij aankomst bij de Minister net als gewoonlijk, ging hij stil staan met zijn voeten tegen elkaar en met zijn hand tot aan zijn voorhoofd en zegt hij saluut, ik denk, “au” moeten wij dat ook doen? maar het was niet nodig, híj hoort zijn baas op die manier te begroeten.
Wij hebben handen geschud en moesten even gaan zitten, wat herinneringen opgehaald. De Minister vroeg zelfs “hoe gaat het met je vrienden die je de vorige keer meegenomen had en het project?”, hij vroeg nog eens, “hoe is gegaan met de ingezamelde spullen?” Op dat moment was ik wel even in paniek, maar ik heb me proberen te beheersen.
Ik wist dat hij mij dat zou vragen, want ik heb hem zo vaak daar over gebeld toen Ruud in Algerije vast zat met vrachtwagens vol spullen. Ik heb het hem uitgelegd hoe de stand van zaken is. Hij zei ook tegen mij dat zo veel mensen bij hem geweest zijn, maar hij kan zich niet herinneren, dat Ruud bij hem is geweest.
De Minister zei tegen mij “ik heb je beloofd, dat ik jou met jouw project aan de president Mamadou Tandja zou voorstellen, maar de president heeft het op dit moment te druk, hij is elders in het land wegens verkiezingen, maar je bent toch voor familiebezoek? Als je terug komt vanuit Tahoua bel me dan even voor het maken van een nieuwe afspraak”.
Ja, ik heb het ook aan de telefoon gezegd, dat ik naar Niger kom alleen voor familiebezoek, niet voor het project, als het bezoek aan de president niet kan is ook geen probleem, maar hij zei “nee nee dat heb ik je beloofd en dat doe ik ook”.
Wij moeten gaan, want er staan andere mensen te wachten, die ook allerlei zaken komen bespreken.

Geen opmerkingen: