zondag 27 april 2008

INTERNETTEN IN NIGER maart 2008


INTERNETTEN IN NIGER,
Je zou het niet geloven, dat je in een land als Niger kan internetten.
Voordat we een internetcafé binnen gingen, 10 meter voor de ingang wordt je geplaagd door honderden bedelaarskinderen, die niets hebben, geen eten,geen huis, geen familie.
Je probeert je best te doen voor die kinderen, maar soms is het te veel, zo veel kinderen zonder toekomst,zonder ouders.
Maar ja, wat kan je doen in zo een situatie. We zijn een internetcafé binnen gegaan en daar zie je iets, waar ik van schrok, namelijk.....kleine kinderen van een jaar of 13-14 achter de computer.
Die waren aan het internetten, die hebben pret met naar anderen te kijken, wat hij heeft op zijn scherm.
Ze beginnen hard te lachen, wat heb je? Ja, ik heb dit en dat spelletje en jij? en zo gaat het door.
Ik weet niet wat ik zag, de tranen in mijn ogen, ik kan ze niet tegen houden.
Ik kijk om me heen, ik zie geen ouders van deze kinderen, ze waren alleen, maar ik zag gelijk dat de dit de kinderen van rijke mensen waren, want ze zien er zo netjes en schoon uit.
Op dat moment besef ik, hoe goed wij het in Nederland hebben, want ik zeur altijd dat de wereld niet eerlijk is verdeeld, maar in Nederland hoeven we niet te klagen.
Als ik het verschil zie tussen rijk en arm in Niger, dan kan ik me niet voorstellen,hoe wij in Nederland kunnen zeggen, die is arm en is rijk.
De kinderen die we treffen in het internetcafé hebben meer dan 10 Euro per kind uitgegeven aan spelletjes, en als men denkt dat je met 9 Euro, 40 kinderen kan voorzien van een heerlijke maaltijd, dan snap je niet, waarom spelletjes? en niet met je vriendjes die buiten zijn, gaan eten?
Ik ga wel eens met de straatkinderen naar plekken waar hoogheden eten, om met hun daar een lekker maaltijd te nuttigen.
Soms is het moeilijk, want er wordt naar jou gekeken, wat doe je tussen die smerige kinderen op een plek waar alleen de rijken of ambtenaren komen eten?
Maar ik wil gewoon die arme kinderen iets laten proeven wat die rijke lui eten, het is ook niets bijzonders.
Maar om met hun naar een internetcafé te gaan, gaat me te ver.
Ik hoop dat ooit een dag komt, dat onze wereld eerlijk verdeeld wordt.

Abakoula Argalaless

INADOUGOUM 29-maart-2008


Aankomst in Inadougoum, net als altijd het zwaarste moment aller tijden.
Ik moet altijd mijn moeder vasthouden, anders raakt zij bewusteloos en dat is moeilijk om jouw moeder in je armen te hebben, als je ziet dat door emotie het niet goed met haar gaat.
Ik probeer mezelf in te houden, maar het lukt niet altijd.
Met al die mensen om je heen, mijn broer, zussen,ooms, tantes nichtjes,neven,familie en vrienden, het hele dorp om je heen.
Dat zijn moeilijke momenten en nu ga ik je vertellen hoe moeilijk:
Ik had tevoren mijn familie gewaarschuwd, dat mijn bezoek aan het dorp zelf maar kort zou zijn, daarom had ik gevraagd om mijn moeder naar de stad te brengen, zodat ik daar wat langere tijd met haar door kon brengen, maar het is niet gebeurd.
Ik heb van mijn familie te horen gekregen, dat het een schande was om alleen mijn moeder naar de stad te brengen en de rest van de famile in het dorp achter te laten.
Toen ik in Tahoua aankwam en mijn moeder was er niet, was ik woedend, maar ja, wat kan je doen op dat moment.
Ik heb de enige nacht in het dorp geen kans gekregen om met mijn moeder door te brengen, want ik ben niet alleen, ik heb mensen meegenomen, die ik niet alleen kon laten, want ze kennen de mensen niet en hun taal ook niet.
Niet de omgeving,niet de mentaliteit,cultuur, gebruiken van de mensen enz.
En dat allemaal samen was voor mij het zwaarste moment, naast alle die mensen die mij willen spreken,je gunt je vrienden ook wat rust, maar het kan niet, want alle dorpelingen komen op ons af.
Uit beleefdheid probeer je alle mensen te woord te staan, maar je bent kapot, van binnen vermoeid, emotie,drukte, verantwoordelijkheid voor de mensen die je bij je hebt.

zaterdag 26 april 2008

MIJN BEZOEK BIJ KALIFA"S FAMILIE 23 maart 2008


MIJN BEZOEK BIJ KALIFA'S FAMILIE

Kalifa is onze gids in Niamey. Een heel aardige jongen en heel slim. Hij is een zoon van een veteraan die in Toulouse Frankrijk, gevochten heeft tijdens de 2e Wereldoorlog, hij is goed opgeleid, heeft zelfs Universiteit afgemaakt.
Maar het is niet aan hem te zien, want hij heeft geen werk.
Ik vroeg aan Kalifa, '' Je bent hier in Niamey opgegroeid, weet je waar ik de armste kinderen in Niamey kan vinden?'' Er valt een stilte. Kalifa schud zijn hoofd van verbazing bij mijn vraag.
''Ja'', zei hij, Ik weet het zoals geen ander het zou weten''.
Ik zei tegen hem ''Ik wil iets voor die kinderen doen, ik wil ze een goede maaltijd bezorgen, weet je hoe ik het moet doen?''
Hij durfde mij niet aan te kijken, en zei toen ''ik weet het niet''.
''Je hebt toch een familie of niet?''
''Als ik je nu genoeg geld geef voor ongeveer 30 kinderen en bij jou thuis een goede maaltijd wordt bereid voor ons en de kinderen, is dat goed?''
''Ja'', zei hij, ''maar ik vraag het even aan mijn familie'', hij is nl. getrouwd en heeft 4 kinderen, zijn jongste kind was 4 maanden oud, even later kwam hij naar mij terug en zei'' Het is goed, wij kunnen bij mij thuis eten''.
Dus gaf ik hem genoeg geld en zei tegen hem, ''koop wat nodig is voor een goede maaltijd''.
Kalifa is getrouwd en heeft 4 kinderen, woont op een groot erf met de rest van de familie Kalifa zei tegen mij dat hij boodschappen ging doen en de kinderen zoeken.
''Om 2 uur kunnen jullie bij mij thuis komen eten''.
Ik zei, ''Kalifa, we weten niet waar je woont,''
''Oh, ja, ik kom jullie halen.''
''O.K.,o.k,''maar Kalifa'', riep ik, ''ik ben met 2 mensen die geen vlees eten, is dat een probleem?''
''Oh, ik kan wel voor jullie iets aparts maken zonder vlees''.
''o.k. ik wil wel samen met de kinderen eten, alleen voor mijn 2 vrienden kun je iets aparts maken''
''O.k. is goed'' en hij ging, om 2 uur zou hij ons komen halen, maar het was 4 uur geworden.
Wij gingen samen met de taxi naar zijn huis, onderweg vertelde hij hoe moeilijk het was geweest om alles op tijd klaar te krijgen.Bij hem thuis aangekomen.
Het was een groot erf met meerdere huizen, hele grote mangobomen en een hele hoge muur.
Hij woont in de rijkste wijk, denk ik, zo vol verbazing hoe goed dat Kalifa het heeft, maar toen dacht ik ook aan iets wat mijn vader mij eens verteld had.
Hij zei ooit tegen mij''/ volgens mij, als je rijk bent en je buren zijn arm, dan eet hun geest ook van jouw rijkdom/''.
Bij Kalifa thuis, buiten op straat zitten heel veel kinderen en hun ouders,want Kalifa vertelde mij dat hij zelfs enkele mensen erbij heeft moeten halen, die voor hem moesten getuigen, dat hij bekend is in de buurt,want hij was op straat gezien met een paar blanken, en die arme mensen waren bang voor blanken, want ze hadden gehoord, dat de blanke mensen de arme kinderen proberen naar Europa te nemen, daarom wilden ze ook bij hun kinderen zijn.
Natuurlijk wilden ze ook wat eten.
Wij gingen het erf op en wij werden verwelkomt door een oude man met helemaal witte haren in plaats van grijs.
Hij schudde iedereen de hand, en trots vertelde hij over zijn tijd in Toulouse, Frankrijk.
Even later komt hij weer met een mooie zwart-witte foto, waar Kalifa als baby in de handen van zijn moeder lag. wij zaten onder een grote mangoboom, de vrouw van Kalifa is een Toeareg, maar hij is Zarma,afstammeling van Sangoi, zijn vader komt uit Senigal.
De vrouwen waren nog bezig met het klaar maken van het eten.
Ik vroeg Kalifa, ''kun je de ouders en hun kinderen binnen laten?''
Hij ging naar buiten, even later komt hij terug en zei ''ze willen niet naar binnen''.
Ik zei tegen mijn vrienden ''kom we gaan kijken''
Mijn vrienden hadden gevraagd of wij foto's mochten maken, het was geen probleem,maar ik moest me inhouden, de tranen in mijn ogen wilden mij de baas zijn, maar het is mij gelukt om het tegen te houden.
Ik sprak met die mensen in de lokale taal.
''Jullie kunnen mij verstaan"
"Ja,ja,hoor,je,wij kunnen jou verstaan".
''Bent u van hier?'', vroeg een vrouw.
''Ja, ik ben in Tahoua geboren''.
Ik zei ''wij kunnen naar binnen gaan het eten is zo klaar''
''Nee,nee, wij willen liever hier buiten blijven''
Een van mijn vrienden zei tegen Kalifa ''ik zie hier heel veel vrouwen en kinderen, maar er is maar één man bij, vraag eens aan hun waar hun mannen zijn?''.
Kalifa vroeg aan hun ''waar zijn jullie mannen''.
De enige man die erbij was, stond op en hij zei ''moet je goed luisteren, deze vrouwen en kinderen leven op straat, ze hebben geen mannen, deze zijn vrouwen hebben dus geen thuis en daardoor worden ze vaker verkracht''.
De ellende kon je van hun gezichten [en hun lichamen] aflezen.

BIJ DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN VAN NIGER 23 maart 2008

Abakoula zittend naast de minister van Binnenlandse Zaken van Niger.
Minister Albade is een vriendelijk man, hij maakt grapjes, ''Welkom Abakoula en je vrienden'',zegt hij.
Ik heb een bijnaam in Niger nl. ''Abanka''. Dat is zoiets als Benjamin, de jongste.
''Wat kan ik voor jullie doen?'' vraagt hij, en dan zegt hij nog eens, ''jij hebt een bijnaam, Abanka,ik kom ook uit de regio Tahoua, maar ik mis een s bij jouw bijnaam, van waar ik vandaan kom zeggen ze Abankas''.
Ik moest lachen, ik zei ''Weet u wat Abanka betekent?'' ''Ja,ja'', zei hij.
Ik heb mijn vrienden voorgesteld en onze missie in Niger, hij was heel erg onder de indruk en zei dat hij alles zal doen wat nodig is om onze missie te voltooien.
Hij voegde er ook aan toe, dat hij zo een hulporganisatie nooit zal tegen houden. Vooral een organisatie die in de regio Tahoua gaat helpen.
''Ik kom daar vandaan en ik weet hoe moelijk ze het daar hebben, elke hulp kunnen ze daar gebruiken, dus als jullie iets van mijn kant nodig hebben, wat ik voor jullie kan doen, zeg het maar''.
Wij hebben gesproken over wat de mogelijkheden zijn om in het dorp Inadougoum een waterinstallatie te realiseren, hij vertelde ons enkele mogelijkheden, alleen vond hij het jammer dat onze stichtingsnaam Aman-Iman al bestond in Niger, maar hij zei nog dat dat geen probleem was, als wij in Niger een stichting onder die naam wilden oprichten zou het wel een probleem zijn geweest.
Als wij vanuit Nederland hulp gaan bieden aan Niger, dan moeten wij een partner zoeken, hier in Niger, die bekend is, hij noemde de naam van een NGO die al jaren in Niger goede dingen had gedaan in de regio Tahoua.
''Tanakra is een plaatselijke NGO [non governement organisation], die zich al jaren bezig houd met ontwikkelingshulp in Niger, in de regio Tahoua, maar dit is maar een voorbeeld'', zei hij, misschien vinden jullie wel een andere''.
We hebben de papieren gekregen, die we nodig hebben voor ons project.
Tenslotte heb ik hem gevraagd of wij met hem op de foto mochten, en hij zei lachend; ''Nee, want ik ben niet zo goed gekleed voor een foto, zo kan ik geen goed voorbeeld geven aan mijn land, volgende keer als jullie terugkomen, dan ben ik voorbereid voor op de foto''.
Hij had gelijk, want wij waren bij hem thuis en niet op kantoor, hij had een lang gewaad aan en ik een 3-delig pak, hij was bang dat ík als minister gezien zou worden.
Ha,ha,ha....grapje.

vrijdag 25 april 2008

WELCOME TO NIGER 20 Maart 2008

''Welcome to Niger'', dit is wat je voelt op het moment dat je geland bent in Niger, totdat je bij de douane komt met je koffers vol. Die moet je dan open maken, maar daar heb je geen zin in, want je weet dat als je ze open maakt, dat je ze niet meer dicht krijgt.
Dus je denkt, ik ga met die man praten, want je komt met een goede hulp voor de mensen in Niger, maar die man trekt zich niets aan wat je vertelt.
Het enigste wat hij zei is; ''Laat je mij je diplomaat-paspoort zien, dan laat ik je gaan, anders moet je toch je koffers open maken''.
Ik zei tegen hem dat ik geen diplomaat-paspoort had, maar dat ik een dossier van mijn stichting opgestuurd had.
Hij zei; ''Daar heb ik niets aan, maak je koffers maar open''. Mijn reisgenoot en ik maakten onze koffers open. Ik had een koffer en een koelbox, mijn reisgenoot had 2 koffers.
In de koelbox had ik een paar doosjes paracetamol,antibiotica en mijn malariapillen. Mijn reisgenoot had in zijn koffers wat verbandmaterialen,krijt,pennen,schriften en potloden voor de mensen daar. Mijn koelbox en de koffer van mijn reisgenoot moesten achterblijven, want dat waren medicijnen, waarvoor wij geen toestemming hadden, aldus de douane.
Ik zei; ''wat, noemt u dit medicijnen?, meneer, dit zijn gewoon hulpmiddelen voor mensen waar we naar toe gaan om te helpen''.
''Nee nee,'',zegt hij, ''Daar heb je geen toestemming voor'', ik was gewoon woest, ik zei tegen mijn reisgenoot ''kom wij gaan, ik heb geen zin om in discussie te gaan, hij mag voor mij de koffers hebben''.
In de hal saat Faycal op ons te wachten, ''welcome to Niger'',roept Faycal ons toe, ''hoe gaat het met jullie? Hebben jullie een goede reis gehad?''
''Ja, het was vermoeiend, maar wij zijn nu hier''.
Hij zei''kom , de auto staat te wachten''. Ik zei dat we nog een paar spullen bij de douane achter hadden moeten laten.
''Wat voor spullen'',zei hij.
''Een koffer en een koelbox''.
''Waarom moeten jullie het daar laten?''
''Omdat de man van de douane meent dat wij medicijnen zonder toestemming vervoeren''.
''Wacht hier'', zei hij, "waar zijn jullie tickets?'' Ik gaf hem de tickets.
Faycal ging naar die man, wij moesten wachten, het was warm, wij waren moe, gelukkig hebben wij niet zo lang hoeven wachten. Even later kwam Faycal terug met de koffer en de koelbox.
Ik vroeg hem ''wat heeft de douanier nou gezegd?''
''Ja'', zei Faycal, ''het is zo, als mensen je niet kennen,dan proberen ze jou te kleineren om iets van jou te krijgen''.
Toen gingen wij naar buiten, de auto stond op ons te wachten, we hebben alles ingeladen.
Onderweg naar ons logeeradres praten wij over de gebeurtenis en natuurlijk over de reis, de mooie dingen die wij onderweg zien. Niger is een prachtig land, de mensen zijn vriendelijk, maar heel arm.
De armoede in Niger is heel erg, daardoor zijn vooral ambtenaars erop uit o.a de Westerlingen uit te melken, er zijn veel bedelaars, maar dat zijn mensen die je met een paar centen blij kunt maken.
Maar voor de ambtenaren moet je oppassen, die kunnen je leeg zuigen.