zaterdag 26 april 2008

MIJN BEZOEK BIJ KALIFA"S FAMILIE 23 maart 2008


MIJN BEZOEK BIJ KALIFA'S FAMILIE

Kalifa is onze gids in Niamey. Een heel aardige jongen en heel slim. Hij is een zoon van een veteraan die in Toulouse Frankrijk, gevochten heeft tijdens de 2e Wereldoorlog, hij is goed opgeleid, heeft zelfs Universiteit afgemaakt.
Maar het is niet aan hem te zien, want hij heeft geen werk.
Ik vroeg aan Kalifa, '' Je bent hier in Niamey opgegroeid, weet je waar ik de armste kinderen in Niamey kan vinden?'' Er valt een stilte. Kalifa schud zijn hoofd van verbazing bij mijn vraag.
''Ja'', zei hij, Ik weet het zoals geen ander het zou weten''.
Ik zei tegen hem ''Ik wil iets voor die kinderen doen, ik wil ze een goede maaltijd bezorgen, weet je hoe ik het moet doen?''
Hij durfde mij niet aan te kijken, en zei toen ''ik weet het niet''.
''Je hebt toch een familie of niet?''
''Als ik je nu genoeg geld geef voor ongeveer 30 kinderen en bij jou thuis een goede maaltijd wordt bereid voor ons en de kinderen, is dat goed?''
''Ja'', zei hij, ''maar ik vraag het even aan mijn familie'', hij is nl. getrouwd en heeft 4 kinderen, zijn jongste kind was 4 maanden oud, even later kwam hij naar mij terug en zei'' Het is goed, wij kunnen bij mij thuis eten''.
Dus gaf ik hem genoeg geld en zei tegen hem, ''koop wat nodig is voor een goede maaltijd''.
Kalifa is getrouwd en heeft 4 kinderen, woont op een groot erf met de rest van de familie Kalifa zei tegen mij dat hij boodschappen ging doen en de kinderen zoeken.
''Om 2 uur kunnen jullie bij mij thuis komen eten''.
Ik zei, ''Kalifa, we weten niet waar je woont,''
''Oh, ja, ik kom jullie halen.''
''O.K.,o.k,''maar Kalifa'', riep ik, ''ik ben met 2 mensen die geen vlees eten, is dat een probleem?''
''Oh, ik kan wel voor jullie iets aparts maken zonder vlees''.
''o.k. ik wil wel samen met de kinderen eten, alleen voor mijn 2 vrienden kun je iets aparts maken''
''O.k. is goed'' en hij ging, om 2 uur zou hij ons komen halen, maar het was 4 uur geworden.
Wij gingen samen met de taxi naar zijn huis, onderweg vertelde hij hoe moeilijk het was geweest om alles op tijd klaar te krijgen.Bij hem thuis aangekomen.
Het was een groot erf met meerdere huizen, hele grote mangobomen en een hele hoge muur.
Hij woont in de rijkste wijk, denk ik, zo vol verbazing hoe goed dat Kalifa het heeft, maar toen dacht ik ook aan iets wat mijn vader mij eens verteld had.
Hij zei ooit tegen mij''/ volgens mij, als je rijk bent en je buren zijn arm, dan eet hun geest ook van jouw rijkdom/''.
Bij Kalifa thuis, buiten op straat zitten heel veel kinderen en hun ouders,want Kalifa vertelde mij dat hij zelfs enkele mensen erbij heeft moeten halen, die voor hem moesten getuigen, dat hij bekend is in de buurt,want hij was op straat gezien met een paar blanken, en die arme mensen waren bang voor blanken, want ze hadden gehoord, dat de blanke mensen de arme kinderen proberen naar Europa te nemen, daarom wilden ze ook bij hun kinderen zijn.
Natuurlijk wilden ze ook wat eten.
Wij gingen het erf op en wij werden verwelkomt door een oude man met helemaal witte haren in plaats van grijs.
Hij schudde iedereen de hand, en trots vertelde hij over zijn tijd in Toulouse, Frankrijk.
Even later komt hij weer met een mooie zwart-witte foto, waar Kalifa als baby in de handen van zijn moeder lag. wij zaten onder een grote mangoboom, de vrouw van Kalifa is een Toeareg, maar hij is Zarma,afstammeling van Sangoi, zijn vader komt uit Senigal.
De vrouwen waren nog bezig met het klaar maken van het eten.
Ik vroeg Kalifa, ''kun je de ouders en hun kinderen binnen laten?''
Hij ging naar buiten, even later komt hij terug en zei ''ze willen niet naar binnen''.
Ik zei tegen mijn vrienden ''kom we gaan kijken''
Mijn vrienden hadden gevraagd of wij foto's mochten maken, het was geen probleem,maar ik moest me inhouden, de tranen in mijn ogen wilden mij de baas zijn, maar het is mij gelukt om het tegen te houden.
Ik sprak met die mensen in de lokale taal.
''Jullie kunnen mij verstaan"
"Ja,ja,hoor,je,wij kunnen jou verstaan".
''Bent u van hier?'', vroeg een vrouw.
''Ja, ik ben in Tahoua geboren''.
Ik zei ''wij kunnen naar binnen gaan het eten is zo klaar''
''Nee,nee, wij willen liever hier buiten blijven''
Een van mijn vrienden zei tegen Kalifa ''ik zie hier heel veel vrouwen en kinderen, maar er is maar één man bij, vraag eens aan hun waar hun mannen zijn?''.
Kalifa vroeg aan hun ''waar zijn jullie mannen''.
De enige man die erbij was, stond op en hij zei ''moet je goed luisteren, deze vrouwen en kinderen leven op straat, ze hebben geen mannen, deze zijn vrouwen hebben dus geen thuis en daardoor worden ze vaker verkracht''.
De ellende kon je van hun gezichten [en hun lichamen] aflezen.

Geen opmerkingen: